Congregatie Zusters
Onze-Lieve-Vrouw van 7 Weeën Ruiselede

Communiteit van Mufunga 

In Mufunga zijn er minder verschuivingen dan in Likasi. Bij de splitsing in 1965 neemt zr. Regine Schaeck  het roer over als verantwoordelijke. Samen met zr. Alice Devreese, zr. Trui Verhelst, zr. Lucienne Harinck en zr. Martha Schoofs wordt er hard gewerkt. In 1971 komt zr. Lucia Debeurme de schoolploeg versterken.

Vanaf 1974 begint president Mobutu zijn politiek van nationalisering door te voeren: eerst komen de private boerderijen en de handelszaken aan de beurt. In 1975 worden de scholen genationaliseerd. Zr. Martha Schoofs moet haar functie als directeur van de middelbare school doorgeven aan een Zaïrees. Zr. Martha vertrekt in 1975 naar haar thuisland om er een jaar pastoraal en Portugees te studeren. Vervolgens aanvaardt ze een pastorale taak in Brazilië, in samenspraak met Monseigneur Cornelis.

In 1978 zijn er nog vijf zusters in Mufunga: twee verpleegkundigen (zr. Trui Verhelst en zr. Alice Devreese), twee zusters in het sociaal werk – de foyer – (zr. Regine Schaeck en zr. Lucienne Harinck) en één zuster als leerkracht in de middelbare school (zr. Lucia Debeurme). In 1979 komt zr. Annie Devolder  helpen op de missiepost als verpleegkundige.

Het bestuur van president Mobutu ruïneert het land verder op economisch gebied. Het zijn moeilijke jaren, want de armoede neemt toe en de onrust wordt in de hand gewerkt door de alomtegenwoordigheid van soldaten.

In 1990 is zr. Alice Devreese ziek en versleten. Ze keert terug naar België en sterft er vrij plots begin december 1991. In 1992 vertrekt ook zr. Regine Schaeck terug naar België. Een paar jaar later komt ze weer voor enkele maanden vervangdienst in de gemeenschap. In 1995 krijgen de zusters versterking van zr. Laura Dufoort van de Hospitaalzusters van Sint-Jan. Ze komt in dienst als verpleegkundige in het ziekenhuis.

De situatie in het land wordt alsmaar grimmiger. De positie van president Mobutu komt in gevaar: zijn ziekte (kanker) heeft hem uitgeput en hij verliest alle macht, ook die over het rebellerende leger. Een jongeman, Laurent Desiré Kabila, doet zijn intrede op het militaire toneel in Oost-Congo. Hij verovert langzaam het hele land, vanuit de Kivi, over het zuiden naar Lubumbashi, over de Kasaï naar het westen, naar Kinshasa toe. Daarvoor zet hij Tutsi soldaten in die hij rekruteert uit buurland Rwanda. President Mobutu heeft de Hutu’s opgenomen in zijn leger. Uiteindelijk vlucht president Mobutu - tijdens de verovering van Kinshasa - per vliegtuig. Het is dan ook geen wonder dat er veel onrust en wanorde heerst in het binnenland, meer nog dan in de steden.

De zusters worden in maart 1997 geconfronteerd met 400 vluchtende Hutu’s die de missiepost ’s nachts binnensluipen. 

Gelukkig komen ze heelhuids uit dit stukje oorlog, maar de moeilijke jaren van angst en onzekerheid hebben hun tol geëist op vlak van gezondheid. In januari 1999 moet zr. Trui Verhelst wegens ziekte in allerijl naar België terugkeren. Hierdoor verliest zowel het ziekenhuis als de kraamkliniek een belangrijke verpleegkundige.

Bij gebrek aan jonge missionarissen werd gezocht naar een alternatief. In 2000 krijgen de zusters O.L.V. van 7 Weeën hulp van een inlandse congregatie: de zusters van Sint-Jozef (Moba). Door toedoen van Monseigneur Songasonga werden twee zusters verpleegkundigen gestuurd. Zr. Ursule Seya ging aan de slag als vroedvrouw in de kraamkliniek en zr. Beatrijs nam het werk in de farmacie van het ziekenhuis op zich. Hun verblijf is helaas van korte duur. In 2001 worden ze door hun Algemeen Overste teruggeroepen.

Met het oog op een overname van de missiepost wordt via Monseigneur Songasonga een nieuwe congregatie als hulp toegewezen: de zusters van Coeur Immaculé de Marie Kongolo (CimKo). Deze zusters hadden veel te lijden tijdens de rebellie. Ze verloren niet minder dan elf huizen in de opstand van 1997. In mei 2002 zond zr. Henriette, Algemeen Overste, twee zusters: zr. Denise Kayumba, een heel bekwame vroedvrouw voor de kraaminrichting, en zr. Pauline Ngoy, een verpleegkundige voor het ziekenhuis. In november 2002 kwamen er nog twee zusters bij, namelijk zr. Sylvie Ngoie, voor het basisonderwijs, en zr. Rosalie Daodari, om les te geven in de middelbare school en om later de verantwoordelijkheid van de gemeenschap op zich te nemen.

In oktober 2002 werd zr. Laura Dufoort door haar Overste teruggeroepen naar België voor een nieuwe taak daar. Zo gingen de drie overblijvende zusters (zr. Lucienne Harinck, zr. Annie Devolder en zr. Lucia Debeurme) de nieuwe uitdaging aan om samen te leven en te werken met de Congolese zusters. Het werd een hele aanpassing voor iedereen, maar ook een heel rijke ervaring.

Monseigneur Songasonga had de wens uitgedrukt dat de zusters O.L.V. van 7 Weeën gedurende vijf jaar zouden samenwerken met de Congolese zusters, maar hun gezondheid was niet meer zo goed. Ze hadden alle drie dringend verzorging nodig en daarom werd beslist om de fakkel al eerder door te geven. De bisschop had begrip voor de situatie en ging akkoord met het voorstel.

In 2003 kwam Algemeen Overste, zr. Adrienne Neirynck, de laatste weken doorbrengen met de zusters in Mufunga. Ze klaarden samen de laatste administratieve klussen. Het definitieve afscheid van de geliefde missiepost vond plaats op 12 augustus 2003. Drie dagen later namen de zusters in Lubumbashi het vliegtuig richting België. Een bladzijde in het leven van de zusters O.L.V. van 7 Weeën werd onherroepelijk omgedraaid.